Ze heet Huberta De-Boora, De-Boora voor intimi, en ze is er klaar voor. We hebben het over een boormachine zo groot als een flatgebouw, voorzien van een kop met een doorsnee van tien meter.
Binnenkort begint het gevaarte aan een lange, trage tocht door de duingrond tussen Den Haag en Scheveningen. Het resultaat - de Hubertustunnel - is er vermoedelijk halverwege 2008. Dan kunnen de eerste auto’s vanaf de Landscheidingsweg in één ruk doorrijden naar het Hubertusviaduct. Dat scheelt automobilisten drie stoplichten en de bewoners van de Waalsdorperweg een hoop drukte voor de deur.
De boor stond er, het voorwerk was gedaan, de 146,5 miljoen euro lag op tafel. En toch kon het werk niet beginnen. De bouwvakkers, bijna allemaal afkomstig uit Duitsland, Oostenrijk en Polen, gaan niet met de grote boor aan het werk vóórdat er een pastoor aan te pas is gekomen.
Klinkt een beetje raar in het nuchtere en ontkerkelijkte Nederland. Maar in de internationale wereld van het ondergrondse bouwen gelden andere wetten. „Als de boor niet is gezegend brengt dat ongeluk. Zo voelen wij dat nu eenmaal,’’ legde bouwvakker Walter Giessen gisteren uit. Zelf is hij niet gelovig, maar ook hij hecht aan de traditie. Hij biedt houvast aan de tunnelbouwers, die door heel Europa trekken, van bouwproject naar bouwproject. De meeste boormachines zijn van Duitse makelij en zij weten deze kolossen nu eenmaal het beste te bedienen.
Pastoor Rob Kurvers van de verzamelde parochies van Haagse Hout (o.a. H. Paschalis en OLV van Goede Raad) zegende de boor. „Ik bid God om bescherming voor allen die hier werken en allen die van deze tunnel gebruik gaan maken,’’ sprak hij. En hij zegende de machine met wijwater, daarbij geassisteerd door een misdienaar. Dat was niet de enige religieuze plichtpleging. Bouwvakker Giessen plaatste in een nis bij de tunnelmond een beeldje van de H. Barbara, patrones van de mijnwerkers. Ook dat werd door Kurvers gezegend. De arbeiders groeten het beeldje elke dag als zij aan het werk gaan.
De ceremonies waren ingebed in een programma met sprekers, hapjes en drank, dat aan elkaar werd gepraat door de bekende Hilversumse dj Jan Douwe Kroeske. Hij begeleidde ook een klas van de Montessorischool Waalsdorp, die de naam voor de boor heeft verzonnen: Huberta De-Boora. Een tunnelboor is altijd een vrouw namelijk. Ook een traditie, waarvan niet kan worden afgeweken.
En nog was het feest op het terrein aan de Landscheidingsweg niet afgelopen. Er ging nog een fles champagne aan diggelen in de tunnelmond, net als bij een schip. En studenten Mijnbouw van de TU Delft verschenen, gehuld in jacquet, om staande op de machine het Duitse mijnwerkerslied Glück Auf! ten gehore te brengen. Daarin wordt het harde leven van de mijnwerker bezongen, die de mijn ingaat en weer bij zijn Liebchen hoopt terug te keren. Het klonk een beetje alsof de heren al flink wat Schnaps, die in het liedje voorkomt op hadden. Een knal van het confettikanon markeerde het einde van de plechtigheden. Het boren kan beginnen.
Alsnog uit het
AD van 28 juni 2006