Bron: NRC Handelsblad
Vernieuwingen dringen langzaam door tot conservatieve bouwsector
De bouw heeft keuze uit tal van innovatieve systemen en materialen – zoals prefabhuizen en de verfspuit – maar die wordennauwelijks toegepast. „De meeste mensen willen een stenen huis met rode pannen.”
Het had een doorbraak in de schilderswereld moeten worden. Maar het tempo waarin het nieuwe verfspuitsysteem van Sigma Coatings de markt verovert, gaat aanmerkelijk langzamer dan gehoopt. In plaats van de honderd schildersbedrijven waarop Sigma had gerekend, werken er drie jaar na de introductie nog maar veertig bedrijven met de multipainter.
Onwennigheid, meent Sigma. In plaats van met de kwast aan de slag te gaan, moet de schilder de verf verwarmen en met een spuit aanbrengen. Het voordeel: het werk gaat, afhankelijk van het object, tot 30 procent sneller en het resultaat is mooier. Waarom de schilders het spuitsysteem dan toch niet willen? Guus Duray, verkoopleider Nederland van Sigma Coatings: „Ze werken al 2.000 jaar met een kwast.”
Het voorbeeld tekent de bereidheid tot vernieuwing in de bouwwereld. „Bouwers zijn conventionele denkers”, klaagt Duray. „Ze voeren uit wat de architect heeft bedacht en zijn gebonden aan vergunningen, bouwbesluiten en aanbestedingsregels. Dat laat weinig ruimte voor creativiteit.”
Het behoudende imago van de bouw wordt bevestigd door onderzoek van adviesbureau Twynstra The Bridge: 70 procent van de aannemers zou wel willen vernieuwen, maar toch steken bouwbedrijven maar 1 procent van hun omzet in vernieuwingen.
Dat zou komen doordat bouwers hun onderaannemers niet aan het lijntje hebben. „Als je als aannemer bijvoorbeeld de hoeveelheid restmateriaal wil terugdringen om kosten te besparen, dan heb je veel partijen nodig om dat voor elkaar te krijgen”, zegt directeur Radboud de Groot van Twynstra The Bridge. „Minder afval vraagt systematischer denken en dus meer opleiding. En vergeet niet dat restanten een secundaire arbeidsvoorwaarde voor de bouwvakker zijn.
De directie van het aannemingsbedrijf wil wel van die verliezen af, maar krijgt te maken met morrend personeel. Innovatie is niet altijd een rationeel proces.”
Het ligt ook aan de klant, zegt De Groot. „Prefabhuizen en andere niet-conventionele bouwmethoden slaan bijvoorbeeld niet echt aan in Nederland. Bouwers zijn bereid tot innovatie als het geld oplevert, maar de meeste mensen willen een stenen huis met rode pannen. De bouw is dus noodgedwongen behoudend doordat veranderingen in wonen maar heel beperkt worden geaccept eerd.”
Pim Leemhuis, coördinator kennis van innovatienetwerk PSI Bouw, is wat optimistischer. „Qua nieuwe bouwmethoden en materialen is de bouw wel degelijk innovatief.
In beton en verf bijvoorbeeld zijn allerlei vernieuwingen gaande.”
De verhouding tussen opdrachtgevers, bouwers en klanten daarentegen blijft archaïsch, vindt ook Leemhuis. „De houding van de bouw is: u vraagt, wij draaien. De meeste projectontwikkelaars denken op de korte termijn en bouwen omdat er te weinig woningen zijn. Zonder veel visie op hoe de burger over twintig jaar wil wonen.” Bouwers moeten zich assertiever opstellen richting opdrachtgever, vindt Leemhuis, en niet klakkeloos bouwtekeningen uitvoeren.
Innovatie ontstaat alleen als er behoefte aan is en als er geldmee te verdienen valt, is de overtuiging van De Groot van Twynstra The Bridge. „Noodknoppen in seniorenwoningen zijn inmiddels heel gewoon, omdat de bewoners erom vragen en ook de opdrachtgever van dergelijke woningen, meestal een overheid, er het voordeel van inziet.<
Dubbel glas is ook zo’n ingeburgerde innovatie die er dankzij de overheid is gekom en.”
‘Je kunt best een woontoren op het water bouwen’
Nederland is nog niet enthousiast over zijn werk, maar vanuit het buitenland is de belangstelling groot. De drijvende woningen van Koen Olthuis, architect en mede-eigenaar van Waterstudio.nl, zijn daar beroemd. „Buitenlanders denken dat drijvende woningen in het waterrijke Nederland populair zijn, maar dat is niet zo. Een halve eeuw geleden telde Nederland 10.000 woonboten en dat aantal is nauwelijks gestegen.
Toch liggen bijna alle Vinex-locaties onder zeeniveau. Maar opdrachtgevers wachten af, ze willen eerst meer voorbeelden zien.”
In de bijna vier jaar dat Waterstudio.nl drijvende woningen ontwerpt, werden er 25 in Nederland gebouwd. In Dubai dingt Waterstudio.nl mee naar het ontwerp van 400 waterwoningen. In het najaar begint de bouw van een drijvend hotel in Aruba en ook uit de VS komen aanvragen.
Nederland blijft achter, stelt Olthuis. „Hier hebben we alleen woonboten, terwijl je ook appartementen, woontorens en tweeonder- een-kapwoningen op het water kunt bouwen.
Voor Dubai hebben we een drijvende toren ontworpen van 100 meter hoog