De architect toont aan de hand van foto’s de onlangs gerealiseerde woningen van fase A van het project
‘Hefkwartier’. Als aansluiting hierop naar het rivierfront, is nu een conceptaanvraag ingediend voor de
appartementenblokken aan de kade. Het ontwerp laat drie gelijke gebouwen zien waar in elk 38 appartementen
worden gerealiseerd. De architect legt uit dat de opbouw van de gevel aan de kade voort komt uit de horizontale
gelaagdheid van het achterliggende fabrieksterrein (oude bebouwing met hierop een eigentijds volume). De
architect heeft dit in het ontwerp vertaald naar een drielaagse, zwaardere onderbouw, bestaande uit een zwaarder
raster van metselwerk met hierop een drielaags, minder zwaar, betonnen raster. De architect omschrijft de
gebouwdelen tussen de drielaagse woningen en het front als ‘rugzakken’. Deze gebouwdelen heeft de architect
ingezet om de overgang tussen te maken naar achterliggende, grondgebonden, woningen. Deze ‘rugzakken’ zijn
vormgegeven in een andere architectuurtaal en lijken zich daardoor als aparte gebouwen los te maken van het
appartementengebouw aan de kade. Het parkeren wordt half verdiept voorgesteld, onder elk appartementengebouw
wordt een parkeergarage gerealiseerd. De auto’s verkrijgen toegang tot de parkeergarages via de autoluwe
zijstraten.
Beleid (Welstandsnota Rotterdam)
Gebiedstype: Rivierlocaties
Welstandsniveau: regulier
Relevante criteria
Ruimtelijke inpassing
- Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet.
- Bouwinitiatieven versterken de gelaagdheid en de transparantie van de ensembles.
Verschijningsvorm
- Ieder gebouw is een autonoom volume.
- Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid
- Uitbreidingen in een eigenzinnige vormentaal zijn goed mogelijk; wel moet er een verband zijn met de
architectuur van de omgeving.
- Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de
omliggende bebouwing.
- Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo’s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig
vormgegeven.
- Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-,
en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst.
- De begane grondverdieping past in maat en schaal bij het karakter van de straat.
Materiaal, kleur en detaillering
- Materialen en detaillering dienen aan te sluiten bij het robuuste karakter van de kades en de waterbekkens.
- In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de
straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever).
- Daken die zichtbaar zijn vanuit de omliggende bebouwing krijgen dezelfde kwaliteit als de gevel en worden
ingericht als groene daken (of op andere wijze aantrekkelijk vormgegeven).
- Het nachtbeeld is onderdeel van de ontwerpopgave en gaat uit van richtlijnen zoals verwoord in het Lichtplan
Rotterdam.
- Zonwerend glas of folie op glas verhinderen de visuele relatie tussen binnen en buiten niet.
- Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp.
Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de
nabespreking
C O M M I S S I E V O O R W E L S T A N D E N M O N U M E N T E N R O T T E R D A M
3
De commissie benadrukt de waarde van deze unieke locatie aan het rivierfront, op korte afstand van de binnenstad.
Deze bijzondere locatie vraagt dan ook om een passende invulling. De appartementengebouwen zullen straks een
belangrijke positie innemen in het beeld van de stad langs de rivier. De commissie geeft daarbij aan dat in het
getoonde plan nog onvoldoende tot uiting komt hoe het plan zich als front aan de kade positioneert. Is dit nu een
compositie van drie autonome gebouwen of één compositie van drie identieke gebouwen? Is ieder gebouw een
autonoom of gaat het om de zeggingskracht van de drie gezamelijke gebouwen? De keuze die nu is gemaakt hangt
er tussen waardoor ook het beoogde effect van het torentje op een van de gebouwen niet wordt begrepen.
Vervolgens wordt het robuuste kloeke karakter dat volgens de criteria voor rivierlocaties geldt, verzwakt door de
veelheid aan fragmenten in de opbouw van de gevels van de appartementengebouwen. Dit geldt voor zowel de
rivierzijde als voor de zijgevels die aansluiten op de woonstraten. De gebouwen manifesteren zich daardoor
onvoldoende autonoom ten opzichte van het achterliggende woonbuurtje. De hybride gevelbeelden leiden niet tot
een robuust en stoer gebouw zoals voor dit gebied vanuit de criteria verlangd wordt. In de zijstraten is de beoogde
schaalaanpassing en overbrugging van hoogteverschillen onsamenhangend. Een ander belangrijk punt waar de
commissie aandacht voor vraagt is de expressie van de zogenoemde plint, gekoppeld aan de parkeeroplossing. Zij
geeft aan dat het plan door de gekozen oplossing, waarbij het half verdiept parkeren over het gehele plot wordt
verspreid, onvoldoende tegemoet komt aan de criteria die gelden voor de kwaliteit en openheid van plinten van
gebouwen. De commissie vraagt waarom er bijvoorbeeld niet gekozen is voor een combinatie van woningen met
eigen toegangen aan de kade en hoger gelegen appartementen met een gezamenlijke entree. Door met de
woningen aan de kade bijvoorbeeld de parkeergarage te ‘overbloezen’ ontstaat al meer relatie tussen openbaar
gebied en wonen aan deze zijde. De commissie vraagt de architect hier nader onderzoek naar te verrichten. Een
ander punt dat hierin meegenomen dient te worden is de autotoegang naar de halfverdiepte parkeerkelders. Het
ontwerp heeft grote gevolgen voor de openbare ruimte. De toegangen zijn nu uiterst ongelukkig ingepast in het
openbaar gebied van de tussenstraatjes. De commissie vraagt aan de architect om in overleg met stedenbouw een
betere oplossing te bedenken.
Conclusie
De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. Zij ziet de architect graag in een
volgende vergadering terug met een plan dat hier antwoord op geeft. Op een definitieve aanvraag overeenkomstig
het nu voorliggende plan zal vooralsnog geen positief advies aan het bestuur afgegeven kunnen worden.