Op de vierde foto zie je ook de meerwaarde van het omhulsel. Men heeft enorm veel ruimte geschapen zonder het oude gebouw te moeten slopen.
Had men bij ons ook maar wat meer lef in de architectuur.
Je zegt het : de meerwaarde speelt zich binnen
in het gebouw af. Voor de buitenruimte betekent dit omhulsel echter een verarming. En de buitenruimte wil zeggen het voorliggende plein.
Mooie pleinen hebben goed geproportioneerde en aantrekkelijke wanden (warme tastbare materialen, kleur,..). Het oude gebouw heeft die potentie en kwaliteit, het nieuwe niet. Het glazen omhulsel is, net zoals met alle bolvormen, volledig in zichzelf gekeerd. De bolvorm is een introverte vorm die zich weg keert van de omringende buitenruimte. Het is dan ook onbegrijpelijk dat men enerzijds het plein heeft heraangelegd en aantrekkelijker heeft willen maken en anderzijds voor een volume heeft gekozen dat zich wegkeert van het plein.
Wat mij ook stoort aan dit soort van 'architectuur' is het gebrek aan schaalelementen die maat en ritme aangeven aan het gebouw (dorpels, deuren, ramen, vensters, poorten, kroonlijsten...) en het gebrek aan tastbare materialen. Want enkel op die manier ontstaat een leesbare gevelwand die het plein aantrekkelijk en de stad mede leefbaar maakt. Zoniet bekom je anonieme architectuur waar niemand zich kan mee identificeren. Gebouwen als deze zijn niet toevallig de eerste die beklad worden met grafiti (in dit geval zal het wel wat moeilijker zijn vanwege het glasoppervlak).
Beeld je eens in wanneer je buiten langs de glazen gevel loopt wanneer het regent en de wind scheert ongeremd langs het oppervlak, je wordt gewoon weggeblazen...
Dergelijke gebouwen zijn in mijn ogen ook gemakkelijkheidsoplossingen die eender waar toepasbaar zijn, in Europa, Amerika, in China...
Technisch zal het wel vernuftig in mekaar steken maar de ontwerper maakt uiteindelijk gewoon zijn eigen object, plant het neer en trekt zich verder van niets of niemand iets aan. Wat je krijgt is fotogenieke architectuur, ideale achtergrond voor reklamespotjes voor blitse wagens. Maar daarvoor dient een stad niet. Een stad dient voor mensen.
Binnen enkele jaren, wanneer de cocoonhype ten einde is, dan gaan we nog balen van al die zeepbellen. Dit ontwerp heeft dan toch 1 voordeel, de condoom kan (zal?) rond het station afgetrokken worden wanneer de meesten uiteindelijk zijn klaargekomen.
Het gaat bovendien niet om lef in de architectuur, wel om kwaliteit.
De grootste architecturale pareltjes zijn vaak deze die niet eens opvallen in een omgeving, die niet eens ontworpen zijn, maar gegroeid, zonder architect.